Therapeutisch Klimmen
In Duitsland en Oostenrijk is klimmen een lang bewezen vorm van (fysio)therapie. 'Therapeutisches Klettern' wordt daar toegepast bij zowel revalidatie als preventie. Uit onderzoek blijkt dat therapeutisch klimmen fysiologisch zeker even effectief is als conventionele vormen van fysiotherapie. Het grote verschil zit in de manier waarop patiënten hun eigen gezondheid beleven. Klimmen blijkt hierin voor veel patiënten effectiever te werken dan oefeningen op gewone apparatuur. De therapie is motiverend, en gaat naadloos over in een doeltreffende training.
De bewegingen van het klimmen zijn natuurlijke bewegingen, waarbij dezelfde spierketens worden aangesproken als in het dagelijks leven. Oefeningen in het therapeutisch klimmen zijn erop gericht de samenwerking tussen de spierketens te verbeteren, en op die manier specifieke klachten te verhelpen. Er bestaan specifieke oefeningen voor verschillende orthopedische aandoeningen als enkeldistorsie, core-stability problemen en scoliose, neurorevalidatie, chronische pijn en evenwichtsstoornissen.
De bewegingen van het klimmen zijn natuurlijke bewegingen, waarbij dezelfde spierketens worden aangesproken als in het dagelijks leven. Oefeningen in het therapeutisch klimmen zijn erop gericht de samenwerking tussen de spierketens te verbeteren, en op die manier specifieke klachten te verhelpen. Er bestaan specifieke oefeningen voor verschillende orthopedische aandoeningen als enkeldistorsie, core-stability problemen en scoliose, neurorevalidatie, chronische pijn en evenwichtsstoornissen.
Onderzoek naar therapeutisch klimmen
Naar de effecten van therapeutisch klimmen zijn een aantal onderzoeken gedaan, waarvan de resultaten hieronder zijn samengevat.
Engbert & Weber (2011) schreven een artikel over de uitkomsten van een gerandomiseerd onderzoek naar de resultaten van therapeutisch klimmen bij patiënten met chronische pijn aan de onderrug. Een groep van 23 patiënten met chronische pijn aan de onderrug werd verdeeld in twee groepen. De ene groep werd vier weken lang behandeld met behulp van therapeutisch klimmen, de andere groep werd vier weken lang behandeld met oefentherapie waarmee rugpijn normaal wordt behandeld. Na vier weken werden beide behandelingen geëvalueerd aan de hand van een door de patiënten in te vullen vragenlijst. De vragenlijst bevatte vragen over het fysieke en mentale welbevinden van de patiënten in het dagelijks leven, deze vragenlijst werd ook al ingevuld voor het starten van beide behandelingen. Na een vergelijking van de twee behandelmethodes bleek dat de resultaten op de meeste gebieden hetzelfde was, dit betekent dat therapeutisch klimmen net zo goed helpt tegen klachten aan de onderrug dan normale oefentherapie. Daarnaast waren de resultaten op twee gebieden beter na het therapeutisch klimmen: het lichamelijk functioneren en de algemeen ervaren gezondheid werden bij de patiënten die werden behandeld middels therapeutisch klimmen beter ervaren dan door patiënten die werden behandeld met normale oefentherapie. Volgens de schrijvers kan dit te maken hebben met een sterkere focus van pijn naar fysieke mogelijkheden tijdens het klimmen. |
Beuchter & Fechtelpeter (2011) hebben een systematische review gemaakt van gerandomiseerde onderzoeken naar de effecten van therapeutisch klimmen en klimmen als sport. In hun review komen twee artikelen aan bod die gaan over therapeutisch klimmen (Engbert, 2011 en Fleissner, 2010). De andere twee artikelen betreffen klimmen als sport. Het artikel van Engbert is hiervoor al besproken. Beuchter en Fechtelpeter stelling in hun review dat het gerandomiseerde onderzoek van zowel Engbert als Fleissner niet bewijst dat therapeutisch klimmen daadwerkelijk helpt, zij vinden dat de onderzoekspopulatie te klein was om dat te kunnen onderbouwen.
Riedlsperger, Unterweger & Schobersberger deden in 2010 een onderzoek naar therapeutisch klimmen in Oostenrijk. Zij onderzochten meerdere methodes en theorieën met betrekking tot therapeutisch klimmen in opdracht van het Instituut voor Therapeutisch Klimmen in Oostenrijk.
Therapeutisch klimmen wordt in Oostenrijk op vier hoofdgebieden ingezet: fysiotherapie, ergotherapie, psychotherapie of pedagogie en neurologie.
In de fysiotherapie kan therapeutisch klimmen op tal van wijzen worden ingezet, zowel als preventie als in de revalidatie van patiënten. Kracht en coördinatie kunnen worden getraind evenals flexibiliteit en uithoudingsvermogen.
In de ergotherapie ligt de focus van therapeutisch klimmen vooral op het gebied van evenwicht en ooghand coördinatie, de samenwerking van de verschillende delen van het lichaam is hierbij erg belangrijk.
In de psychotherapie en pedagogiek wordt therapeutisch klimmen gebruikt om grenzen te verleggen, zelfvertrouwen op te bouwen en risico’s durven nemen. Bij deze vorm van therapeutisch klimmen gaat het erom dat er hoog geklommen wordt, bij de andere vormen is dat niet het geval.
In de neurologie worden motorische , zintuiglijke, cognitieve en sensorisch -specifieke tekorten
behandeld middels therapeutisch klimmen. In de neurologie gaat het vooral om patiënten met aandoeningen aan het zenuwstelsel.
Er zijn weinig bewijzen dat therapeutisch klimmen meer effect heeft dan gewoon klimmen, maar uit ervaringen van professionals blijkt dat het een goede manier is om mee te werken. (Riedlsperger, Unterweger & Schobersberger, 2010)
Lazik, Bernstad, Kittel & Luther (2008) schreven een boek over therapeutisch klimmen. Drie van de vier auteurs hebben een dokterstitel op het gebied van sportbiologie, zij zijn allen werkzaam aan de universiteit van Potsdam. Alle vier de auteurs hebben al jaren klimervaring. Het boek dat zij schreven is opgedeeld in twee delen: Deel 1. Basis en Deel 2. Praktijk.
Het eerste deel van het boek bestaat uit drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk richt zich op de basis van klimmen. Naast mogelijkheden van klimmen voor therapie komen ook verschillende soorten klimwanden, handvaten en treden, zekeringsmogelijkheden, benodigde basisuitrusting en verkoopadressen aan bod. Ook behandelingsmogelijkheden voor boulderen, basistechnieken voor het klimmen en een mogelijke warming-up worden in dit hoofdstuk besproken.
Hoofdstuk 2 bespreekt de biologische basis en basis trainingsprincipes, daarnaast komen de basisbeginselen van de sporttherapie in de medische therapie naar voren.
Hoofdstuk 3 gaat over therapeutisch klimmen in de neurologische revalidatie. Er worden vijf onderwerpen besproken aan de hand van case studies en eigen ervaringen van de schrijvers. Allereerst wordt ingegaan op klimmen als therapie voor kinderen met een geestelijke of lichamelijke handicap. Daarna worden casestudies over therapeutisch klimmen met patiënten met multiple sclerose, een dwarslaesie, Parkinson en een beroerte besproken. De vier casestudies richten zich steeds op één patiënt, bij deze patiënten wordt aangetoond dat zij door therapeutisch klimmen vooruitgang boeken.
Het tweede deel van het boek is het praktijkgedeelte, hierin wordt door middel van foto’s laten zien hoe therapeuten aan de slag kunnen gaan met therapeutisch klimmen. De schoudergordel en het schoudergewricht, kniegewricht en de hiel/hakken hebben een apart hoofdstuk. Het begin van ieder hoofdstuk bestaat uit de anatomie van het betreffende gewricht, daarna worden door middel van foto’s praktijkoefeningen uitgelegd.
Daarnaast zijn nog twee hoofdstukken opgenomen met oefeningen die gebruikt kunnen worden bij neurologische revalidatie (bijvoorbeeld bij een beroerte of multiple sclerose). Tot slot worden speciaal voor kinderen spelletjes gesuggereerd die uitgevoerd kunnen worden op een klimwand en die kunnen leiden tot meer beweging.
Ook deze schrijvers ontwierpen zelf een model waarin ze schematisch weer hebben gegeven wat de effecten van therapeutisch klimmen zijn. Een vertaling van dit model is terug te vinden in de bovenstaande figuur.
De schrijvers laten in hun voorwoord weten dat ze middels dit boek hun ervaringen met therapeutisch klimmen willen delen en dit boek zien als een eerste stap van wetenschappelijke documentatie over deze nog niet zo bekende vorm van therapie.
(Lazik et al., 2008).
Engbert, K. & Weber, M. (2011). The Effects of Therapeutic Climbing in Patients with Chronic Low Back Pain. Spine Volume 36 2011 (Nummer 11), pagina 842 t/m 849.
Buechter, R. & Fechtelpeter, D. (2011). Klettern zur Vorbeugung und Behandlung von Erkrankungen: eine systematische Übersicht randomisierter kontrollierter Studien. GMS German Medical Science 2011 (nummer 9), ISSN 1612-3174.
Riedlsperger, K. Unterweger, J. & Schobersberger, W. (2010). ‘Therapeutisches Klettern’ in Osterreich Aktueller Stand der wissenschaftlichen Literatur. Jaarverslag Institut für Therapeutisches Klettern Österreich 2010 (pagina 205 t/m 222).
Lazik, D., Bernstadt, W., Kittel, R. en Luther, S. (2008). Therapeutisches Klettern. Stuttgart: Thieme.
Riedlsperger, Unterweger & Schobersberger deden in 2010 een onderzoek naar therapeutisch klimmen in Oostenrijk. Zij onderzochten meerdere methodes en theorieën met betrekking tot therapeutisch klimmen in opdracht van het Instituut voor Therapeutisch Klimmen in Oostenrijk.
Therapeutisch klimmen wordt in Oostenrijk op vier hoofdgebieden ingezet: fysiotherapie, ergotherapie, psychotherapie of pedagogie en neurologie.
In de fysiotherapie kan therapeutisch klimmen op tal van wijzen worden ingezet, zowel als preventie als in de revalidatie van patiënten. Kracht en coördinatie kunnen worden getraind evenals flexibiliteit en uithoudingsvermogen.
In de ergotherapie ligt de focus van therapeutisch klimmen vooral op het gebied van evenwicht en ooghand coördinatie, de samenwerking van de verschillende delen van het lichaam is hierbij erg belangrijk.
In de psychotherapie en pedagogiek wordt therapeutisch klimmen gebruikt om grenzen te verleggen, zelfvertrouwen op te bouwen en risico’s durven nemen. Bij deze vorm van therapeutisch klimmen gaat het erom dat er hoog geklommen wordt, bij de andere vormen is dat niet het geval.
In de neurologie worden motorische , zintuiglijke, cognitieve en sensorisch -specifieke tekorten
behandeld middels therapeutisch klimmen. In de neurologie gaat het vooral om patiënten met aandoeningen aan het zenuwstelsel.
Er zijn weinig bewijzen dat therapeutisch klimmen meer effect heeft dan gewoon klimmen, maar uit ervaringen van professionals blijkt dat het een goede manier is om mee te werken. (Riedlsperger, Unterweger & Schobersberger, 2010)
Lazik, Bernstad, Kittel & Luther (2008) schreven een boek over therapeutisch klimmen. Drie van de vier auteurs hebben een dokterstitel op het gebied van sportbiologie, zij zijn allen werkzaam aan de universiteit van Potsdam. Alle vier de auteurs hebben al jaren klimervaring. Het boek dat zij schreven is opgedeeld in twee delen: Deel 1. Basis en Deel 2. Praktijk.
Het eerste deel van het boek bestaat uit drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk richt zich op de basis van klimmen. Naast mogelijkheden van klimmen voor therapie komen ook verschillende soorten klimwanden, handvaten en treden, zekeringsmogelijkheden, benodigde basisuitrusting en verkoopadressen aan bod. Ook behandelingsmogelijkheden voor boulderen, basistechnieken voor het klimmen en een mogelijke warming-up worden in dit hoofdstuk besproken.
Hoofdstuk 2 bespreekt de biologische basis en basis trainingsprincipes, daarnaast komen de basisbeginselen van de sporttherapie in de medische therapie naar voren.
Hoofdstuk 3 gaat over therapeutisch klimmen in de neurologische revalidatie. Er worden vijf onderwerpen besproken aan de hand van case studies en eigen ervaringen van de schrijvers. Allereerst wordt ingegaan op klimmen als therapie voor kinderen met een geestelijke of lichamelijke handicap. Daarna worden casestudies over therapeutisch klimmen met patiënten met multiple sclerose, een dwarslaesie, Parkinson en een beroerte besproken. De vier casestudies richten zich steeds op één patiënt, bij deze patiënten wordt aangetoond dat zij door therapeutisch klimmen vooruitgang boeken.
Het tweede deel van het boek is het praktijkgedeelte, hierin wordt door middel van foto’s laten zien hoe therapeuten aan de slag kunnen gaan met therapeutisch klimmen. De schoudergordel en het schoudergewricht, kniegewricht en de hiel/hakken hebben een apart hoofdstuk. Het begin van ieder hoofdstuk bestaat uit de anatomie van het betreffende gewricht, daarna worden door middel van foto’s praktijkoefeningen uitgelegd.
Daarnaast zijn nog twee hoofdstukken opgenomen met oefeningen die gebruikt kunnen worden bij neurologische revalidatie (bijvoorbeeld bij een beroerte of multiple sclerose). Tot slot worden speciaal voor kinderen spelletjes gesuggereerd die uitgevoerd kunnen worden op een klimwand en die kunnen leiden tot meer beweging.
Ook deze schrijvers ontwierpen zelf een model waarin ze schematisch weer hebben gegeven wat de effecten van therapeutisch klimmen zijn. Een vertaling van dit model is terug te vinden in de bovenstaande figuur.
De schrijvers laten in hun voorwoord weten dat ze middels dit boek hun ervaringen met therapeutisch klimmen willen delen en dit boek zien als een eerste stap van wetenschappelijke documentatie over deze nog niet zo bekende vorm van therapie.
(Lazik et al., 2008).
Engbert, K. & Weber, M. (2011). The Effects of Therapeutic Climbing in Patients with Chronic Low Back Pain. Spine Volume 36 2011 (Nummer 11), pagina 842 t/m 849.
Buechter, R. & Fechtelpeter, D. (2011). Klettern zur Vorbeugung und Behandlung von Erkrankungen: eine systematische Übersicht randomisierter kontrollierter Studien. GMS German Medical Science 2011 (nummer 9), ISSN 1612-3174.
Riedlsperger, K. Unterweger, J. & Schobersberger, W. (2010). ‘Therapeutisches Klettern’ in Osterreich Aktueller Stand der wissenschaftlichen Literatur. Jaarverslag Institut für Therapeutisches Klettern Österreich 2010 (pagina 205 t/m 222).
Lazik, D., Bernstadt, W., Kittel, R. en Luther, S. (2008). Therapeutisches Klettern. Stuttgart: Thieme.